top of page
vrijheid_viruswaanzin vzw logo.jpg

Breng pa en ma naar huis!




De eerste eis van viruswaanzin.be is een liefdevolle bescherming van ouderen en risicopatiënten. De horrorverhalen van maart zijn nog niet verwerkt of de virologen spreken al van een tweede, ja zelfs langer, isolement van de bewoners van woonzorgcentra. Beseft de regering en Van Ranst wel dat we mensen zijn en geen statistieken?


Voor de WZC’s werd in maart een lockdown afgekondigd maar er werd nog geen pauzeknop geactiveerd. Bewoners, personeel, vrijwilligers werden afgeschermd van een dreiging van buitenaf, maar een deel van de dreiging zit in de maatregelingen zelf. Alle stakeholders hebben noden. Er is de nood aan gezondheid, maar ook nood aan respect en waardering, nood aan erkenning en meesterschap over een zorgtaak. Personeel heeft noden buiten het WZC, ten opzichte van hun gezin en familie waarop ernstig gedrukt is. Bewoners hebben ook meer nood aan beweging, cognitieve training, aan buitenlucht, een goede verzorging, sociaal en menselijk contact. Noden die wellicht een pak belangrijker en efficiënter zijn voor de immuniteit dan de mondmaskers en isolatie zelf.


Familieleden hebben nood aan liefde geven en liefde delen en aan connectie houden met hun geliefde in een WZC, die ze soms ook zonder deze pandemie al zachtjes moeten lossen.


Een lockdown zet al deze noden niet op pauze!


De Mensenrechtenkamer van de Vlaamse Ombudsdienst leverde een bijdrage aan

het werk van de commissie ad hoc door op 3 juli 2020 vooraf afgenomen en geanonimiseerde interviews met bewoners, betrokkenen en medewerkers van de residentiële ouderenzorg te presenteren en te laten inleiden door dr. Annelies

D’Espallier, Vlaamse Ombudsdienst. Die bijdrage beoogt expliciet een aanvulling

te brengen met getuigenissen van onderuit en die zijn soms weerzinwekkend, testamenten van mensonwaardigheid. De ravage die de buitenproportionele maatregelen hebben aangericht in de eerste helft van het jaar is bij onze ouderen het zichtbaarst.


De anonimiteit maakt dat elke onderstaande getuige een metafoor voor een groter geheel is. Sommige getuigen - familieleden, vrijwilligers maar ook personeel en directeurs - vrezen negatieve gevolgen als zij publiekelijk getuigen. Zij willen hun ervaringen en hun perspectief delen, maar kunnen dit alleen in vrijheid en rust doen als ze weten dat ze afgeschermd worden.


De stemmen klinken hier zonder vingerwijzing en zonder individuele verantwoordelijkheden te willen vastleggen, maar wel als naakte getuigenis, opdat, in reactie op de nieuwe lange isolatieperiode van ouderen die Van Ranst vorige week opperde, zich niet hetzelfde vreselijke drama zou kunnen afspelen. De getuigenissen laten u toe te oordelen of het niet beter is dat we tijdelijk zelf voor en va en moe gaan zorgen in het najaar:


Chaos is een kernwoord in de getuigenissen en het woord wordt genoemd door

zowat elke getuige van elk van de groepen. De covid-19-golf van het voorjaar 2020

is over alle betrokkenen geraasd in een ijltempo, waarbij verschillende getuigen

spreken over in snelheid gepakt te zijn. Sommigen zeggen dat het woord chaos de

lading zelfs niet dekt, sommigen spreken over een oorlogsperiode of over een helse

tijd. Verschillende getuigen stellen zich luidop de vraag of alles ooit weer echt normaal

zal worden.

“We stuurden blind” (directeur)

“Voor mij was het een surrealistische overlevingstocht. We probeerden de

dag door te komen zonder verdere kleerscheuren. Ook bij de bewoners

leefde het idee van pure overleving. Ik heb mensen geweten die eten in hun

zakken en kasten aan het steken waren omdat ze dachten te moeten rantsoeneren

omdat er een oorlog zou uitbreken.” (medewerker)


Chaos in de verzorging en het (te) snel wisselende personeel, chaos in de manier

waarop informatie binnendruppelde en doordrong, chaos in de respons van zorgpersoneel

en medewerkers, chaos in de reacties van bewoners en familie. Eén getuige

vertelt dat hij toekwam op zijn interimopdracht in een WZC en op voorhand

niet geïnformeerd was dat hij op een covid-afdeling zou komen. Hij is er maar kort

gebleven.


“Het was chaos, we werkten met dezelfde kleren bij besmette en niet-besmette

mensen. Wij werkten gewoon met onze eigen kleren van thuis. Ik

ben daar ook gewoon niet voor opgeleid. En wat ik ook niet begrijp is dat

wij in een periode waarin er een verbod was op al het niet-essentieel bezoek

in rusthuizen, wel gewoon gangen aan het schilderen waren. Zeg nu zelf, is

dat essentieel?” (technisch medewerker)


“We mochten tegen de buitenwereld niet zeggen of er covid-positieven waren

om geen slechte naam te krijgen.” (verzorgende)

“Om paniek te vermijden, hebben we in het begin alleen de familie van

covid- positieven verwittigd en niet alle familieleden.” (verzorgende)



Een familielid vertelt een gelijkaardig verhaal:


“De communicatie over de eerste coronabesmetting in het WZC werd eerst

gevoerd met de familie van de getroffen bewoners. Nadien verliepen er uren

zonder communicatie naar de andere families van bewoners van dezelfde

afdeling. Die vernamen het nieuws uitein delijk via de sociale media.” (een

zoon)


“De aandacht bleef op de ziekenhuizen hangen. We vonden allemaal dat we

vergeten werden. Precies of er was bij ons niets aan de hand.” (verzorgende)

“Als het overstroomt, staan ze met hun botten in het water. Maar ik heb

hier geen politieker gezien.” (directeur)


Mensen

“Je gaat naar het werk met de gedachte ‘wie geven we vandaag af?’ Sommigen

kan je redden, bij anderen kom je te laat omdat je keuzes moet

maken als het te druk is.” (verpleegkundige)


Verschillende van de getuigen uit de zorg beschrijven dat ze in gewone omstandigheden

al op hun tandvlees zitten door een lage personeelsbezetting, gecombineerd

met een groot personeelsverloop. Personeel dat wat langer meedraait geeft

dan cijfers: “Bij het begin van mijn carrière, 25 jaar geleden, deden we een ochtendshift

met acht werknemers, nu slechts met drie.”


Een professional vertelt over de vele overlijdens en hoe die ertoe leidden dat er

gesnoeid werd in de personeelsbezetting. “Er kon nog maar één personeelslid

nachtdienst doen, in plaats van twee.”


Getuigen spreken over de gevolgen van de personeelstekorten voor de bewoners:

“Er was een bewoner die op de grond was gevallen en die daar een uur

heeft moeten liggen, omdat de persoon die op dienst was hem niet alleen

opgetild kreeg. Ze heeft dus de hulpdiensten moeten bellen om die bewoner

terug in zijn bed te krijgen.” (vrijwilliger)


“Een bewoonster zat in haar onderbroek te huilen op de gang. Haar arm

lag in het gips. 'Ik wacht al zo lang tot iemand me helpt aankleden. Er is

hier niemand die tijd heeft en het is bijna middageten.’ Ik kwam duidelijk

als geroepen.” (vrijwilliger)


Vooral familieleden spreken over hoe angst overging in gevoelens van onbegrip,

onmacht en soms woede.


“Het is machteloos toekijken hoe je ouder lijdt. Vergelijk het met onderwijs.

Geen enkele ouder zou dat aanvaarden als scholen plots de deuren zouden

sluiten en kinderen bij hen zouden houden en aangeven dat ouders wel eens

door het raam mogen komen zwaaien maar voor de rest buiten moeten

blijven.” (een zoon)


Familieleden hekelen onder meer de onderbroken of gebrekkige communicatielijnen

met het personeel en directie van de woonzorgcentra, de maatregelen die ze

in de omstandigheden van het moment als te beperkend beschouwen en/of omdat

ze inspraak missen. Sommigen breken hun hoofd over de redenen waarom vrijwilligers

op een bepaald moment wel al terug binnen mochten en zij niet.


Ze getuigen van een gevoel dat menselijke waardigheid in de woonzorgcentra mogelijk

niet het hoogste goed is, van de onmogelijkheid om daartegen in het verweer

te komen terwijl hun geliefde eraan is overgeleverd en van de pijn (en het schuldgevoel)

die ze voelen wanneer het net zijzelf waren die bij hun ouders of familieleden

hebben aangedrongen op opname. Deze familieleden voelen onmacht en een

diepe woede om onrechtvaardigheid.


“Mijn moeder sterft terwijl ze daar nog levend aan het raam staat” (een zoon)


Menselijke waardigheid

Alle betrokkenen - familieleden, personeel op de vloer, leidinggevenden, vrijwilligers

- noemen menselijkheid en menselijke waardigheid als basiskenmerk van

goede ouderenzorg. Dit spoort met wat internationaal gezien wordt als de kern van

rechten van ouderen. In afwachting van een juridisch sterker VN-verdrag inzake

de rechten van ouderen, bevatten de VN-principes voor oudere mensen (Principe

14, Resolutie 46/91 van 16 December 1991) deze passage:


“Older persons should be able to enjoy human rights and fundamental freedoms

when residing in any shelter, care or treatment facility, including full

respect for their dignity, beliefs, needs and privacy and for the right to make

decisions about their care and the quality of their lives.”


Diezelfde draad loopt bijvoorbeeld ook door artikel 6, §1, eerste punt, van het

decreet Vlaamse sociale bescherming van 18 mei 2018:

“Art. 6, §1, De Vlaamse sociale bescherming draagt bij tot een integrale

zorg en ondersteuning en het verhogen van de zelfredzaamheid en neemt

de behoeften, vragen en doelstellingen van de persoon met zorgbehoeften

en zijn naaste omgeving en het nastreven van kwaliteit van leven als uitgangspunt.

De Vlaamse sociale bescherming heeft de volgende doelstellingen:

1° een versterking van de persoon met een zorgbehoefte door hem zoveel

mogelijk zijn autonomie en de regie te laten behouden of herwinnen over

de eigen zorg en de integratie of de reïntegratie in de samenleving te bevorderen;

(…)”


Toch geven alle getuigen unisono aan dat er aan menselijke waardigheid ingeboet

is. Het virus, de tekorten op alle fronten en het grootse ingrijpen uit angst, hebben

gewogen op de menselijkheid.


“Ook hier werken we nu vooral op basis van cijfers, dat is ook belangrijk,

maar de mens erachter wordt te vaak in de steek gelaten.”


Meerdere professionele getuigen vertellen dat bewoners met angsten of desoriëntatie

soms verdoofd werden, iets waar het personeel veel moeite mee had. Familieleden

stellen na weken opsluiting op basis van de toestand van hun geliefde vast

dat er tekorten zijn geweest in, onder meer beweging en animatie. Er zijn getuigen

die vaststellen dat hun ouder de dagen vastgebonden in een rolstoel doorbrengt.


“Kijk naar mijn moeder. Ze is in die korte tijd een plant geworden die vastgebonden

ligt of hangt in de rolstoel. Ze herkent niemand meer en kan niet

meer lopen of praten." (een zoon)


Waardig sterven

Ook stervensbegeleiding is een onderdeel van de ouderenzorg en daar zijn heel

wat wonden geslagen door het virus en door de reactie erop, en dit aan alle kanten.

Mensen zijn alleen gestorven zonder nabijheid van familie. In paniekmomenten,

zeker in het begin van de golf, zijn onder druk van de chaos keuzes gemaakt die

niet altijd even begrijpelijk of menselijk zijn voor de getuigen. Bij verzorgenden is

dit zwaar aangekomen en zij geven aan hulp nodig te hebben, zelfs nu nog, zoveel

weken later inmiddels.


“Er is nooit nog bezoek bij de bewoner kunnen komen, behalve toen de

palliatieve sedatie gebeurde: 2 personen mochten een half uur blijven,

maar dan nog was de bewoner niet overleden. Op dat moment lag er al een

lijkzak onder, zodat die snel kon toegeritst worden zonder nog verdere besmetting

te riskeren. De bewoner wist dat ze alleen was en stervende en ze

voelde zich ook heel alleen. Het was voor mij een heel moeilijk moment.”

(zorgkundige)


“Er waren stervende mensen aan het roepen om hun familie maar niemand

kon of mocht erbij.”


Uiteindelijk kijken alle betrokkenen vooruit, op zoek naar de dag van morgen. Dat kijken is gesterkt door de lessen die te trekken zijn uit wat gepasseerd is en de lessen liggen er voor

wie wil luisteren.


De maatregelen die genomen werden in de residentiële zorg zijn, zo blijkt ook uit

de getuigenissen, genomen met als doel om de golf van besmettingen te controleren.

De zoektocht naar balans stemt niet tevreden. “Ik vind dat geen leven,

dat mag nooit meer gebeuren.” De zoektocht naar veiligheid moet in evenwicht zijn met vertrouwen. Er is heel wat mogelijk met vrijwilligerswerk van familie. Vrijheid en keuzes hebben gaat ook gepaard met verantwoordelijkheid nemen.


Bovenstaande zijn ervaringen van gewone mensen in ongewone omstandigheden. De getuigen zijn evident niet de enige stemmen in de stilte. Er zijn vele stemmen die in de

huidige stand allicht nooit aan de oppervlakte komen, hoewel ook zij een verhaal

hebben. Sommige van de opgetekende stemmen uit de stilte zouden ongetwijfeld gehoord

zijn geweest door het nog steeds niet aangewezen toezichtmechanisme in het kader

van het facultatief protocol bij het verdrag tegen foltering en andere wrede,

onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, opgemaakt in New York op

18 december 2002.


Kijk elkaar eens diep in de ogen en pak elkaar eens goed vast. We zijn mensen en geen statistieken. Stel jezelf de vraag of je je (groot)ouders dit een tweede keer wil aandoen?

Maar ook, misschien moeten we dat aan hen zelf eens vragen. Waardering in de eigen rol bestaat voor velen ook uit inspraak en betrokkenheid. Familie vraagt inspraak, maar er zijn ook familieleden die vragen om vooral de bewoners inspraak te geven:


“Ik denk dat het volledig op zijn plaats zou zijn om ook de bewoners die dat kunnen en willen, en ook de familie, te horen in wat er moet veranderen.”

(een dochter)


_____

De feiten van de viruswaanzin zijn gekend, onze argumentaties bijzonder sterk. Wat niet kan gezegd worden van de onderbouwing van de meeste maatregelen - dat bewijzen nu ook de recentste data. Steun viruswaanzin.bein haar strijd tegen de disproportionele en niet wetenschappelijk onderbouwde vrijheidsbeperkingen en van-de-pot-gerukte-verplichtingen. Elke donatie is welkom: https://www.viruswaanzin.be/donatie



Bron:

20200702_stemmen_uit_de_stilte
.pdf
Download PDF • 1.24MB

894 views3 comments

Recent Posts

See All
bottom of page